dinsdag 10 februari 2009

Alzheimer: een bijzondere ziekte!



Alzheimer vanuit meerdere invalshoeken.




Het algemene beeld dat in de media naar voren komt over deze ouderdomsziekte is vaak zeer mensonterend. Het betreft dan mensen wiens geheugen sterk is aangetast en die bijna niet meer kunnen communiceren met hun naasten. Hun lange termijn geheugen lijkt afgesloten en dus dobberen ze op een soort van onbewoond eiland.

Bij deze mensen lijken de oerdriften weer de overhand te krijgen en ze reageren dan ook volkomen onaangepast. We gebruiken hiervoor dan ook vaker het woord dementeren wat opgevat moet worden als knotsgek! Al met al iets wat je zelfs je grootste vijand niet toewenst, zo was ook mijn beeld.

Dat beeld veranderde toen ik enige tijd geleden bij een jubileumbijeenkomst in antroposofisch verzorgingstehuis Valckenbosch te Zeist de geestelijk verzorger hoorde vertellen over zijn ervaringen met dementerende ouderen en alzheimerpatienten. Zeker, een aantal kenmerken klopt wel.
Het is moeilijk om te communiceren zoals volwassenen dat normaal doen. Hun zintuigen werken duidelijk minder en daarom moet je heel dicht (dus op hele korte afstand) bij een patiënt komen om contact te kunnen maken. Een ander kenmerk is dat deze patiënten zich inderdaad niet meer voor alles in het leven interesseren. Zij hebben geen interesse meer in oppervlakkige praatjes over het weer, nieuws of sport.
Ze lijken alleen nog geboeid te worden door essentiële levenszaken en vragen. Ze leven al in een soort voorbereidings- of overgangsfase naar de geestelijke wereld, zo zei hij. Het is dus niet alleen het loslaten van het leven, maar ook het openstaan voor iets nieuws.

Kort geleden was een journalist Evert van Rossum, bij wie al vanaf zijn 50e de ziekte van Alzheimer is vastgesteld, in een actualiteitenprogramma te gast, want bij mensen op jongere leeftijd lijkt het nog heftiger te zijn. Deze man had weinig energie en moest heel veel slapen om nog enigszins te kunnen functioneren. Toch heeft hij meerdere colums geschreven over zijn strijd met zijn vriend Alzheimer zoals hij hem zelf noemt.
Behalve de gevolgen van geheugenverlies beschreef hij ook enkele voordelen.
Zijn leven was door de ziekte veel intenser geworden, meer een vorm van puur en zuiver leven. De relatie met zijn levenspartner was veel beter en intiemer geworden.
Nog nooit eerder had hij zo’n intens sexueel actief leven geleid, zo verraste hij de journalisten.

Je zou kunnen zeggen dat deze mensen meer vanuit het hart of de ziel dan vanuit hun hoofd leven en zo de overgang maken naar de bewustzijnsziel.
Veel esoterische en spirituele stromingen roepen mensen op intensiever te leven, meer in het hier en nu en met de volle aandacht voor het leven. Tegenwoordig noemt men dat mindfullness en awareness. Dat is ook het doel van veel meditatieve scholingswegen. Het verscherpt het waarnemingsvermogen en de zintuigen. Bij de antroposofie spreekt men zelfs van het ontwikkelen van hogere zintuigen. Zo bezien is de ziekte van Alzheimer misschien een steun in de rug om deze diepere of hogere ontwikkelingsweg te gaan!

Veel minder bekend is de ziekte van Pick (genoemd naar de Duitse neuroloog en psychiater Arnold Pick, 1851-1924) die ook binnen het spectrum van dementie en de ziekte van Alzheimer valt. Deze naam is dus geen Freudiaanse verspreking, maar de achternaam van iemand en past wonderlijk genoeg ook bij het ziektebeeld. Toen ik er voor het eerst van hoorde dacht ik ook eerst aan een geslaagde grap.
Bij deze ziekte is er echter sprake van een aandoening aan de voorste hersenen, namelijk in de frontaalkwab door opgezwollen, ballonvormige zenuwcellen.  Vandaar ook de wat meer neutrale naam van frontotemporale dementie. Dit leidt tot veranderingen in gedrag en persoonlijkheid.       

Het meest opvallende kenmerk dat hoort bij deze ziekte is een overmatige seksuele preoccupatie.   Het lijkt een soort tweede puberteit met een hernieuwd ontwaakt en uitgesproken bijna dwangmatig seksueel gedrag. De patiënt heeft verschijnselen van impulsief en onaangepast gedrag, waarbij ook grof taalgebruik voorkomt. Men gedraagt zich onverantwoord, kinderlijk en vooral egocentrisch.         Men blijft ook hangen in dit gedrag en is moeilijk hierop aan te spreken. Deze ontremming doet zich ook voor in het eetpatroon. Men schrokt het eten naar binnen en geeft voorkeur aan zoetigheid.

Meestal brengt het de omgeving, partner en familie in een lastige, onaangename positie van plaatsvervangende schaamte. Vandaar ook dat men deze ziekte liever verzwijgt en wegmoffelt en al zeker niet noemt bij de naam, uit angst voor gek versleten te worden.
We zullen onze sociale en morele oordelen echter moeten terughouden en deze mensen zien als patiënten van een ernstige ziekte. Ontkenning heeft geen enkele zin.