dinsdag 7 december 2010

Voedselkwaliteit

Dalende kwaliteit van ons voedsel

Recent is uitvoerig in het nieuws geweest dat de hoeveelheid residuen van bestrijdingsmiddelen omlaag moeten en gelukkig ook bij veel winkels dalende zijn.
Daarmee wordt gesuggereerd en geconcludeerd dat het voedsel veiliger en gezonder is.
Waar ik echter nergens iets over lees (en dus kennelijk ook geen onderzoek naar wordt gedaan) is hoe het daadwerkelijk gesteld is met de voedselkwaliteit en dan bedoel ik met name de voedingswaarde en de percentages vitaminen en mineralen. Vooral ook met betrekking tot gangbare teelt (incl. gebruik kunstmest en bestrijdingsmiddelen) versus biologische of biologisch-dynamische teelt(zonder chemische toevoegingen).
In een ingezonden stuk in het NRC (medio november) maakte Pius Floris (bodembioloog en plantenziektekundige) bekend dat het chemieconcern Ciba Geigi het Duitse Lebensmittellabor Karlsruhe onderzoek heeft laten uitvoeren naar juist deze stoffen. De resultaten waren schokkend,want juist in de periode 1985 tot 2002 daalden de percentages mineralen en vitaminen sterk. Voor het Chemieconcern een goede reden om direct te stoppen met het onderzoek omdat de resultaten zeer ongunstig waren m.b.t. verder gebruik van chemische middelen in de landbouw.























Ook is het verontrustend voor de consument, want vitaminen en mineralen zijn de bouwstenen van ons lichaam. Nu wordt ons nog voorgespiegeld dat een bepaalde hoeveelheid verse groenten en fruit ons voldoende vitaminen en mineralen oplevert, maar is dat wel zo??
Of zijn we genoodzaakt dagelijks extra vitaminen- en minerale preparaten te gebruiken?

Levensmiddel:  Vitamine/Mineraal*:     1985   1996   2002  Afname '85-'02
--------------------------------------------------------------------------------------------
Broccoli            Calcium                              103       33      28             - 73 %
                          Foliumzuur                          47        23      18             - 62 %
                          Magnesium                          24       18       11             - 55 %
Bonen                Calcium                               56        34      22             - 51 %
                          Foliumzuur                          39        34      30              - 23 % 
                          Magnesium                          26        22      18              - 31 %
Aardappels       Calcium                                14          4        3               - 78 %
                         Magnesium                          27         18      14              - 48 %
Wortels            Calcium                                37         31      28              - 24 %
                         Magnesium                          21           9        6              - 75 %
Spinazie           Magnesium                          62         19       15              -76 % 
                         Vitamine C                          51          21      18              - 65 % 
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
 * Mineralen en Vitaminen gemeten in mg per 100 gram levensmiddel.

Begrijpelijk voor een bedrijf om te stoppen met zo'n onderzoek, maar wie verricht nu wel een dergelijk onderzoek als onafhankelijke instelling voor wetenschappelijk onderzoek of als toezichthouder?? Deze vraag heb ik maar eens neergelegd bij een aantal autoriteiten.

Zie hier de reactie van het Ministerie Economie, Landbouw en Innovatie
“Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan schadelijke gevolgen hebben. Bijvoorbeeld als er resten in het voedsel of het grondwater terechtkomen. Daarom wil de overheid dat gewasbescherming veilig en op duurzame wijze gebeurt.
Voordat een boer of teler gewasbeschermingsmiddelen gebruikt, moet hij alternatieve maatregelen nemen om gewassen te beschermen, zoals preventie. Denk aan de keuze van het gewas en niet-chemische gewasbescherming.
Pas daarna mogen gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden. Daarvoor is een bewijs van bekwaamheid verplicht. Dit wordt ook wel een licentie genoemd. Het Bureau Erkenningen geeft cursussen en neemt examens af.
Boeren en telers mogen alleen toegestane bestrijdingsmiddelen gebruiken. Ook gelden specifieke eisen voor de spuitapparatuur.
De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA; voorheen Algemene Inspectie Dienst) handhaaft de regels”
.
Uit de reactie blijkt dat ze de vraag naar voedselkwaliteit zoals de voedingswaarde en het percentage vitaminen en mineralen totaal overslaan. Het voorlichtingsbureau geeft wel een ambtelijk procedureel antwoord op de regelgeving m.b.t. gewasbestrijding.

Nu de reactie van onderzoeksinstituut Louis Bolk .
“Op het gebied van inhoudsstoffen en verschillen tussen biologische en gangbare producten wordt wel onderzoek gedaan. Zo is er afgelopen jaar een artikel verschenen uit Denemarken, waarin kleine verschillen in mineraalniveau gevonden werden. In een review waarin de Food Standard Agency (FSA) de literatuur op dit gebied heeft onderzocht, komen zij tot de conclusie dat er weinig en anders maar beperkte verschillen zitten tussen producten van de verschillende teeltsystemen (Dangour, 2009). Verder stellen zij dat het onwaarschijnlijk is dat dit gevolgen kan hebben voor de gezondheid. In dezelfde tijd kwam een Franse onderzoeker tot de conclusie dat er wel degelijk verschillen zijn, waarbij biologische producten gemiddeld iets meer vitamines en mineralen hebben. (Lairon, 2009).”

Eindelijk een antwoord op de gestelde vraag. Zij noemen concrete onderzoekers en resultaten. Het Louis Bolk instituut is zelf een onderzoeksinstituut, dat vooral de biologische en biologisch dynamische landbouw wil steunen en ook met publicaties is gekomen dat biologisch geteeld voedsel gezonder zou zijn. Al heeft de gezondheidsrad in de persoon van prof. Kromhout die conclusies niet overgenomen.

Als laatste de reactie van de Gezondheidsraad:
“De Gezondheidsraad heeft als taak de minister te adviseren over onderwerpen op het gebied van de volksgezondheid, waarbij we ons baseren op gepubliceerd onderzoek. Een van onze adviezen die gerelateerd is aan uw vraag is ons briefadvies over ‘Biologisch geteelde voedingsmiddelen’ uit 2009, waarin ook wordt ingegaan op eventuele verschillen tussen gangbaar en biologisch geteelde voedingsmiddelen (de tekst is te downloaden via http://www.gezondheidsraad.nl/nl/adviezen/briefadvies-biologisch-geteelde-levensmiddelen ).
In dit advies hebben we ons gebaseerd op systematische beoordelingen van onderzoek dat wereldwijd is uitgevoerd.
We hebben niet specifiek literatuuronderzoek gedaan naar de effecten van chemische middelen op gehaltes aan vitamines en mineralen.
Een van de instellingen waar naar alle waarschijnlijkheid expertise is op dit gebied is de Wageningen Universiteit"
.

Dit is ten minste een duidelijk antwoord. In het briefadvies dat ze in december 2009 hebben uitgebracht stelt de gezondheidsraad “dat er geen duidelijke wetenschappelijke aanwijzingen bestaan waaruit zou blijken dat biologisch geteelde groenten gezonder zijn dan regulier geteelde levensmiddelen. Dan zou er verder onderzoek gedaan moeten worden naar de voedingskundige samenstelling van diverse soorten levensmiddelen.”
Het onderliggende adviesrapport sluit af met een interessante opmerking dat de Gezondheidsraad wel een advies zal gaan uitbrengen over de relatie tussen biologisch geteelde producten en aspecten van duurzaamheid.

De Gezondheidsraad neemt pas een definitief standpunt in als er een zuiver en volledig wetenschappelijk bewijs ligt. Dat is er kennelijk volgens hun nog niet.
Er moet echter worden opgemerkt dat gedegen wetenschappelijk onderzoek een zeer tijdrovende en kostbare aangelegenheid is. De biologische landbouwsector is ten opzichte van de reguliere landbouw nog steeds marginaal en heeft maar beperkte financiële middelen voor onderzoek. De Landbouw universiteit van Wageningen heeft decennialang zelf actief meegewerkt aan het grootschaliger en kapitaalintensiever worden van de agrarische sector waardoor kleinschalige, biologische landbouw steeds verder in de verdrukking kwam. Desondanks vragen consumenten tegenwoordig en daardoor ook de detailhandel steeds meer naar duurzaam en biologisch geteeld voedsel. Dat leidt uiteindelijk tot steeds meer landbouw- en veeteeltbedrijven die omschakelen naar de biologische teeltwijze. Gelukkig maar.

Klachten over Vliegverkeer

Nieuw meldpunt voor Vlieglawaai

Vrijdag 3 december heeft Emile Roemer de nieuwe website www.vlieglawaai.nl officieel in gebruik gesteld. Dit gebeurde in de hal van het gebouw van Provinciale Staten in Den Bosch in aanwezigheid van een klein groepje belangstellenden.
foto: Anke van Hest

Het is een initiatief van de SP Provinciale Statenfractie, omdat vooral Noord-Brabant meerdere vliegvelden binnen haar grenzen heeft en het vliegverkeer de laatste jaren flink is toegenomen. Zo heeft de commissie Alders (in de volksmond de Alderstafel) een voorstel aan de regering en tweede kamer aangeboden om het vliegverkeer de komende jaren op Eindhoven Airport flink te laten stijgen. Een deel van de vakantievluchten die nu nog vanaf
Schiphol opstijgen zullen in de toekomst mogelijk vanuit Eindhoven vertrekken.


Emile Roemer opent de website

Ron van Zeeland, het SP Statenlid en initiatiefnemer, gaf daarna een uitleg van de website en de wijze waarop een klacht kan worden ingediend.

Foto:Anke van Hest

Ron van Zeeland geeft uitleg

Tegelijkertijd werd ook een flyer gepresenteerd die verspreid kan worden onder de bevolking om bekendheid te geven aan het bestaan van deze website.


Presentatie van de flyer

Maar weinig mensen maken gebruik van de bestaande mogelijkheden om een klacht in te dienen bij de betreffende instanties als Eindhoven Airport, het Ministerie van Defensie of Provinciale Staten. Nu is er een nieuwe onafhankelijke mogelijkheid om een klacht te melden en de resultaten daarvan komen daarmee direct op tafel bij Provinciale Staten en de verschillende gemeenten.

maandag 29 november 2010

Grenscorridor N69























 
 



Tussenbesluit Grenscorridor N69
Medio november heeft het provinciaal bestuurlijk overleg, bestaande uit 25 partijen, na twaalf uur vergaderen een besluit genomen waarbij van de oorspronkelijke 6 a 8 varianten er nog maar twee zijn overgebleven.
Dat zijn de Varianten “Westparallel” en “Midden”. Beide zijn opties die het dichtst bij Waalre en Valkenswaard liggen waar de overlast al decennialang voor veel ophef zorgt. Het is des te opmerkelijker omdat een van beide opties (de middenvariant) zou leiden tot een nieuwe weg over het tracé van de oude spoorbaan en die zal dwars door Aalst/Waalre snijden. Die optie heeft de Gemeenteraad van Waalre al eerder in een vroegtijdig stadium afgekeurd. De provincie heeft hier echter kennelijk geen rekening mee gehouden.
Op de website van de provincie Noord-Brabant is ook de reactienota te vinden waarin alle honderden vragen/opmerkingen m.b.t. de eerdere varianten worden beantwoord. Een monnikenwerk dat uitgevoerd is door adviesbureau Oranjewoud dat ook de projectleiding in handen heeft. Als inwoner van dorpskern Aalst heb ik ook vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. De antwoorden op vragen zijn veelal procedureel van aard en sussend. Steeds maar weer wordt opgemerkt dat “een en ander” zal worden meegenomen in het lopende onderzoek.

Waarom de andere varianten zijn weggestreept, daarover bestaat geen transparant rapport. Er wordt gezegd dat argumenten als leefbaarheid, natuur-, financiële en verkeersaspecten daarbij een rol hebben gespeeld. Voor buitenstaanders en burgers is het echter ondoorzichtig, omdat weegfactoren en scores daarbij onbekend zijn.
Zelf krijg ik echter sterk de indruk dat een belangrijk criterium is geweest dat de verkeersproblemen zich “niet mogen verplaatsen”, zoals veelvuldig in de reactienota is beschreven. Dat is echter een dubieus criterium omdat je zou mogen verwachten dat de bewoners in de kernen van Aalst en Valkenswaard, die al decennia lang de overlast en de hoge concentraties aan fijnstof en CO2 hebben moeten verdragen, juist nu ontzien gaan worden!
De provincie onderkent de luchtkwaliteitsproblemen en heeft via SRE ruim vijf ton beschikbaar gesteld aan vijf innovatieprojecten. Allemaal zijn die bedoeld om de luchtkwaliteit in de regio te verbeteren. Zeer interessant is daarbij het Corona project dat de lucht via elektrische stroompjes kan zuiveren van fijnstof en stikstofdioxiden. Voorwaarde is wel dat wegen daarvoor overdekt moeten zijn. Gemeenten hebben echter de wettelijke plicht, opgelegd door de Europese Commissie, om al medio 2011 te voldoen aan de emissienormen.

Recent kwam ook in het nieuws dat de milieuzones voor vrachtwagens, die bij wijze van proef in juli 2007 in Eindhoven zijn ingevoerd, niet effectief zijn. Uit onderzoek van TNO is gebleken dat de stikstofuitstoot nog steeds hetzelfde is en zelfs 3 keer zo hoog als werd aangenomen! De uitstoot van fijnstof is wel met 20% gedaald in 2010.
Begin december zal de werkgroep met een pakket aan oplossingen komen, het gebiedsakkoord. Daarbij zal ook duidelijk worden hoe de nieuwe weg in grote lijnen zal lopen. Gedeputeerde De Boer verwacht dat in 2013 begonnen kan worden met de aanleg van deze nieuwe weg.
In januari zullen er weer nieuwe informatiebijeenkomsten gehouden worden waar ook burgers gebruik kunnen maken van het recht op inspraak. Wordt vervolgd !

donderdag 9 september 2010

Inspraak rondom N69

Onderstaand artikel is gepubliceerd op de SP-website, afdeling Eindhoven, rubriek Opinie vanaf 10 Sept. 2010






















Plannen voor Grenscorridor N69

Al decennia lang zorgt de provinciale weg N69 van Eindhoven via dorpskernen Aalst en Valkens-waard naar Lommel, Neerpelt in België voor grote overlast. Het is een zeer druk bereden weg met veel vracht- en forensenverkeer. De route wordt zelfs gebruikt door internationaal vrachtverkeer.
Het gevolg daarvan is al jaren een zeer slechte luchtkwaliteit, risico’s met betrekking tot de verkeersveiligheid en grote geluidsoverlast. Uit meerdere metingen is gebleken dat de concentraties fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) de toegestane normen ver overschrijden en een gevaar voor de volksgezondheid vormen. In het opgestelde luchtkwaliteitsplan (2009-2014) is aangegeven dat veel maatregelen nodig zijn, om de luchtkwaliteit binnen aanvaardbare grenzen te brengen. De Europese Commissie heeft Nederland nog wat uitstel gegeven, maar de normen voor fijnstof moeten voor 2011 worden gehaald en de normen voor NO2 voor 2015.

In 1998 is al door het Rijk een studie uitgevoerd, tot eind november 2008 was de N69 een rijksweg, waarbij verschillende oplossingen werden uitgewerkt. Uiteindelijk koos men voor een nulplusalternatief , waarbij geen nieuwe wegen worden aangelegd, maar de N69 zal worden verbeterd !
In 2004 hebben een aantal gemeenten een intentieovereenkomst gesloten waarbij een integrale verkeersoplossing zal worden ontwikkeld met een alternatief voor de N69.

Al in 2008 heeft adviesbureau DHV in opdracht van de gemeente Waalre een onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van afsluiting van de N69 voor het vrachtverkeer en de effecten ervan op het milieu en verkeersproblematiek.
De conclusie was dat afsluiting van het stuk tussen Valkenswaard en Aalst positieve effecten zou hebben op de luchtkwaliteit, maar ook zou zorgen voor verplaatsing van verkeersoverlast naar andere gemeenten zoals Bergeijk.
Dus gebeurde er niets, behalve de aanleg van een extra busbaan voor sneller openbaar vervoer.

In Oktober 2009 heb ik, als bezorgde burger en woonachtig in de gevarenzone, nog via een ingezonden brief in het Waalrese krantje “De Schakel” aandacht gevraagd voor deze problematiek (zie ook http://welzijnengezondheid.blogspot.com/2009/10/luchtkwaliteit-al-jaren-slecht.html ).
Dat leverde wel positieve reacties op van verschillende partijen uit de gemeenteraad, maar concrete maatregelen bleven uit.

De provincie Noord-Brabant heeft in 2009, nu ook eigenaar van de N69, een rapport “Gebiedsopgave Grenscorridor N69” uitgebracht. Daarin kiest de Provincie voor een brede benadering en een brede participatie van betrokken partijen. Uiteindelijk zijn dat er 25 geworden met alle gemeenten in het gebied, Vlaamse overheden, Natuurmonumenten, Brabantse Milieufederatie, Brabants Landschap, Staatsbosbeheer, Waterschap de Dommel, Rijkswaterstaat, Actiegroep N69, maar ook Ondernemersclubs als EVO, Transport en Logistiek Nederland, Kamer van Koophandel, Brabant-Zeeuwse werkgeversorganisatie , LTBO en Recron.
In augustus 2010 ligt er na veel overleg een nieuwe notitie met de lange naam “Reikwijdte en Detailniveau Brede Plan-MER Gebiedsopgave Grenscorridor N69”. In deze notitie komen 8 scenario’s aan bod, die zijn opengesteld voor inspraak. Daarvoor worden informatieavonden georganiseerd in Bergeijk en Aalst (9 sept. 2010).
De resultaten van deze raadpleging, advies en inspraak leiden tot een nieuwe inspraaknota en die zal uiteindelijk worden vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Het is ambitieus en te prijzen dat voor deze integrale aanpak is gekozen, die hopelijk leidt tot een lange termijn oplossing die op een groot draagvlak kan rekenen. Het nadeel is echter dat het weer veel tijd zal gaan kosten als het om infrastructurele maatregelen gaat.                                            De Volksgezondheid later dit echter niet meer toe.
Dus is het van groot belang dat juist op korte termijn de Gemeenten Waalre en Valkenswaard maatregelen gaan nemen, die direct effect hebben op de veiligheid en luchtkwaliteit. Daarbij ontkom je niet aan een afsluiting van de N69 tussen Valkenswaard en Waalre voor vrachtverkeer en het invoeren milieu zones voor bestemmingsvrachtverkeer. Dat kan zonder veel kosten en is direct uitvoerbaar!
De nieuwe autoweg infrastructuur rondom Eindhoven, die net gereed is, biedt voor het internationale vrachtverkeer voldoende snelle doorstroom mogelijkheden.
Maak dus de dorpskernen Aalst en Valkenswaard vrachtwagenvrij, met uitzondering van bestemmingsverkeer !

Update 2017
Met de recentelijke uitspraak van de rechter in het kort geding, aangespannen door Milieudefensie en Stichting Adem, wordt de overheid (inclusief provincie en gemeenten) opgeroepen nu met extra maatregelen te komen. De plannen met de N69 moeten worden herzien met het oog op de strenge luchtkwaliteitseisen.

woensdag 21 april 2010

De betekenis van Nabijheid

Onderstaand artikel is gepubliceerd op de website SP-afdeling Eindhoven in de rubriek Ingezonden vanaf 22-04-2010


Promotieonderzoek in Drents Dorp

In maart is Lilian Linders gepromoveerd op een sociaal onderzoek naar de informele zorg in een volksbuurt. Copromotor was Jan Steyaert die als lector verbonden is aan de Fontys Hogeschool te Eindhoven.

Eerst maar wat cijfers:
-De dissertatie telt 300 bladzijden.
-De bronnenlijst beslaat maar liefst 15 bladzijden met in totaal 300 verwijzingen!
-Het onderzoek is mede uitgevoerd door 70 studenten van Fontys afdeling sociaal pedagogische hulpverlening(SPH), die samen zo’n 400 interviews hebben afgenomen bij bewoners in de wijk Drents Dorp. Daaraan voorafgaand hebben ruim 860 bewoners een formulier ingevuld
- Mevrouw Linders heeft ruim 4 jaar aan het onderzoek gewerkt en is als docent/onderzoeker verbonden aan de Hogeschool Sociale studies van Fontys.

Bij veel wetenschappelijk onderzoek is de maatschappelijke relevantie ondergeschikt. Dat geldt echter helemaal niet voor dit zeer bruikbare en leesbare onderzoek.
Belangrijk daarbij is ook dat de relevante informatie verkregen is niet op basis van deskresearch maar door veldwerk in de buurt, zoals ook bij de SP vaak gebeurt.
De vraag was hoe de onderlinge informele zorg in een volksbuurt eruit ziet. Het huidige overheidsbeleid kent als peilers zelfredzaamheid, onderling zorg en zo lang mogelijk zelfstandig blijven met hulp/ondersteuning in de thuissituatie. Daar is ook de wet Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) voor bedoeld en die mantelzorg mogelijk maakt. Hoe verhoudt de formele zorg zich tegenover de informele zorg was een van de onderzoekspunten. De aanpak van achterstandswijken is gericht op een betere leefbaarheid maar ook op het vergroten van sociale cohesie in een wijk. Een achterliggende veronderstelling daarbij is dat het vergroten van de sociale cohesie (de binding) de solidariteit in een buurt vergroot en de onderlinge aandacht en zorg voor elkaar verbetert.


De resultaten van het onderzoek leveren daarover verrassende inzichten.
Het blijkt dat de binding of sociale cohesie in een achterstands- of volksbuurt maar heel beperkt is en zeker niet leidt tot onderlinge zorg in de buurt. Een volksbuurt, hoe lang men er ook al woont is toch geen gemeenschap. Toch wordt er zoals uit verschillende studies is gebleken nog veel onderlinge, informele zorg gegeven. De veronderstelde onderlinge solidariteit verschijnt in praktijk in een hele bijzondere vorm. Niet de sterkste schouders helpen de zwakkeren, maar vooral de mensen met problemen helpen elkaar. Linders noemt het in een bekende beeldspraak: de lamme helpt de blinde ! Het zijn dus lotgenoten die elkaar helpen en dat kunnen buren, familie of vrienden zijn, terwijl de WMO uitgaat van solidariteit tussen weerbare en kwetsbare burgers. Dat levert de vreemde situatie op dat mensen die zorg aan anderen verlenen vaak zelf ook hulpbehoevend zijn.
De nabijheid (zie ook titel) speelt een belangrijke rol. De hulpverlening geschiedt op individuele basis omdat men elkaar kent als buren of familieleden.
Verder speelt mee dat veel mensen zorg van anderen moeilijk kunnen accepteren. Linders noemt dat vraagverlegenheid. Dat is begrijpelijk want mensen willen graag zo lang mogelijk onafhankelijk en zelfredzaam blijven en daar rekent de overheid ook op. Toch levert dat het probleem op dat de WMO teveel op het aanbod van zorg is gericht en te weinig oog heeft voor een achterblijvende werkelijk benodigde vraag aan zorg.

Bij deze resultaten moest ik meteen denken aan het nieuwe SIRE tv-spotje dat perfect dit probleem zichtbaar maakt. Een boer die fietsers de weg wil wijzen maar als bedreiging gezien wordt. Een allochtone vrouw die vriendelijk een buurvrouw groet maar argwanend wordt bekeken. Een achterop rijdende automobilist die bij een stoplicht toetert en een voorganger op iets wil attenderen. De vrouwelijke chauffeur schrikt hiervan en rijdt pardoes door het rood. Hoe gaan we om met vriendelijke, zorgzame mensen is dan de vraag die gesteld wordt !

Linders noemt ook ergens in haar onderzoek het Mattheüs-effect. Dat betekent dat kansarme burgers minder profiteren van collectief gefinancierde voorzieningen dan kansrijke burgers. De ingewikkelde formulieren en procedures zijn daar debet aan. Mensen schromen ervoor om gebruik te maken van professionele hulp. Dat leidt tot ondergebruik van voorzieningen. Alleen wie mondig is krijgt meer voor elkaar.

Het NRC heeft al aandacht aan dit proefschrift besteedt via een artikel van Paul Schnabel op zaterdag 4 april . Ook is de onderzoekster te gast geweest in een actualiteitprogramma op Radio 1.
Linders heeft een geweldige prestatie geleverd met deze dissertatie. Beleidsmakers, zorgverleners, buurtwerkers en politici zouden kennis moeten nemen van deze resultaten en daarop hun visie, beleid en gedrag moeten aanpassen!