De omstreden rol van het CDA bij diergeneeskunde !
De Wereld Gezondheidsorganisatie WHO heeft deze maand een alarmerend persbericht uitgegeven omdat er inmiddels in de Europese Unie jaarlijks 25.000 mensen sterven aan infecties die niet meer met antibiotica zijn te bestrijden.
De oorzaken daarvoor zijn o.a. de opgebouwde resistentie omdat we al decennialang dezelfde en teveel antibiotica gebruiken voor medische doeleinden. Daarnaast ook omdat er tegenwoordig veel antibiotica in het kippen- en varkensvlees zit die door dierenartsen worden voorgeschreven en zo via consumptie ook in het menselijk lichaam terecht komen.
Het voorschrijfgedrag van antibiotica is al langere tijd omstreden omdat het niet uit medische noodzaak is en puur uit een economisch belang. De dieren zijn bij preventief gebruik minder bevattelijk voor ziektes en groeien sneller.
Dankzij gedegen journalistiek onderzoekswerk van NRC journalist Joep Dohmen kennen we nu ook de omstreden rol van het CDA bij deze ontwikkelingen. Zo is Henk Jan Ormel een CDA politicus in de Tweede Kamer maar ook dierenarts. Ormel is sinds 2002 woordvoerder namens het CDA over dierenwelzijn, dierengezondheid en biotechnologie. Daar is niets mis mee, omdat hij gestopt is als dierenarts.
Dierenartsen moeten toezien op de bescherming van de gezondheid van mens en dier. Zij hebben ook het wettelijk monopolie op het voorschrijven van diergeneesmiddelen zodat de veeteelt sector niet op eigen houtje medicijnen kan verstrekken. Een nobele taak als dierenartsen dat naar eer en geweten doen!
Maar nu blijkt echter dat Ormel samen met zo’n 2000 collega’s ook eigenaar is van farmacieconcern AUV Holding en een tijdlang voorzitter van dat bestuur was . Dit bedrijf is met een omzet van een kwart miljard euro een van de top 3 verstrekkers van dieren antibiotica. De dierenartsen hebben daarmee behalve een zakelijk ook een financieel belang bij het verstrekken van antibiotica voor de intensieve veehouderij. Behalve dat ze betaald worden voor hun geneeskundige hulp ontvangen ze ook provisie over de verkoop van diergeneesmiddelen, die soms kan oplopen tot 70% van hun inkomen!
Op de website van de Tweede Kamer staat op de persoonlijke pagina van Ormel dat “zijn ambitie om volksvertegenwoordiger te worden, voortkwam uit woede over het non-vaccinatiebeleid waardoor gezonde dieren tijdens een uitbraak van een dierziekte gedood moesten worden”. Hier lijkt Ormel dus met twee petten op te spreken.
Ondanks deze dubbelrol van dierenartsen die in de Tweede Kamer voor tumult zorgde vond toenmalig minister van landbouw Gerda Verburg (CDA), het niet nodig om deze taken te scheiden. Dat is erg gewetensvol althans voor haar CDA collega’s werkzaam in de dierengeneeskunde, maar helaas niet voor dierenwelzijn en volksgezondheid. Verburg was ook geen voorstander van strenge wetgeving, Haar toverwoord was zelfregulering, maar de sector moet het verbruik van antibiotica in 2013 wel met de helft hebben teruggebracht.
De sector (en dus niet de overheid) zelf heeft om die reden een Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit opgericht, die toeziet op doelmatig gebruik van diergeneesmiddelen.
Deze autoriteit staat onder leiding van Hans Werner, een andere prominente CDA’er en de voorzitter van de Senaatsfractie van het CDA. Daarnaast is Werner ook commissaris bij Merck, Sharp & Dohme in Haarlem, een grote antibiotica-fabrikant voor de veehouderij.
Het CDA heeft de laatste tijd al vaker onder vuur gelegen. Zo liet Hans Hillen zich als senator royaal betalen door de tabakslobby zonder dat te melden, terwijl een partijgenoot, de minister voor Volksgezondheid, bezig was met strenge wetgeving om het roken te verbieden in de horeca.
Nergens in Europa worden zoveel antibiotica toegediend als in Nederland en hier is dus geen diergeneeskundige verklaring voor. Al in 1998 waarschuwde de gezondheidsraad voor resistente bacteriĆ«n maar het heeft tot 2006 geduurd voordat het verbruik van antibiotica in lage doseringen (als groeibevorderaar) verboden werd. Sinds die tijd heeft de AID het voorschrijfgedrag onderzocht . Van 14 dierenartsen is een dossier bijgehouden omdat ze de regels overtraden. Slechts vier daarvan zijn bij het Tuchtcollege terecht gekomen waar ze een kleine boete kregen van € 250 . Voorzitter van het tuchtcollege is Gert Jan van Muijen, raadsheer in Den Bosch maar toevallig ook oud-senator van het CDA.
Bovendien weten we sinds 2005 dat er een resistente MRSA bacterie is die van dieren op mensen kan worden overgedragen . Sinds korte tijd kennen we nu ook de nog meer resistente ESBL bacterie waarmee 95% van het kippenvlees in de supermarkt besmet is. Mochten mensen met een ernstige aandoening of infectie in het ziekenhuis terecht komen dan is er bijna geen behandeling meer mogelijk. Nu zijn er al gevallen bekend met de ESBL bacterie die in ziekenhuizen in strikte quarantaine worden gehouden. Er is dus een direct verband tussen antibioticagebruik bij dieren en de volksgezondheid . Alle dierenartsen zijn opgeleid aan de Universiteit van Utrecht, de enige opleiding in Nederland en het is een kleine wereld “van ons kent ons” of ze nu als dierenarts werken of als ambtenaar bij het ministerie of bij de gezondheidsdienst voor dieren.
Dierenarts Stolp werd directeur van het diergeneesmiddelenbedrijf Intervet, maar is nu directeur van de gezondheidsdienst voor dieren, dat onderzoek moet doen naar antibioticaprobleem. Daarnaast is Stolp ook Commissaris bij AUV Holding.
Het klinkt als de slager die zijn eigen vlees moet keuren. Hoe is het mogelijk dat zoveel prominente CDA politici op dergelijke sleutelposities zitten in het veld van diergeneeskunde?
De politiek zou het algemeen belang moeten dienen en strikt gescheiden moeten zijn van persoonlijke en financiƫle belangen.